Immaterieel erfgoed is de tegenhanger van onroerend erfgoed/materieel erfgoed. Deze term is door UNESCO op 17 december 2003 op de agenda gezet.
1989, UNESCO aanbeveling tot behoud immaterieel erfgoed
In 1989 was door de Algemene Conferentie van de UNESCO al de "recommendation in the safeguarding of traditional culture and folkore" aangenomen. Deze aanbeveling bestond uit zeven hoofdstukken: Definitie, Identificatie, Bewaring, Preservering, Verspreiding, Bescherming en Internationale samenwerking. De aanbeveling was geheel vrijblijvend: niemand werd gedwongen en er was ook geen geld beschikbaar. Dit had tot gevolg dat het nauwelijks werd opgevolgd of serieus genomen. Dit mede door begrippen zoals: folklore, traditie en volkscultuur. Om een serieuzere annotatie aan het "nieuwe" erfgoed te geven is het begrip immaterieel erfgoed het leven in geblazen.
Definitie
De huidige omschrijving van Immaterieel erfgoed van UNESCO is als volgt: "de gebruiken, de voorstellingen, de expressie, de kennis en vaardigheden (inclusief de bijbehorende instrumenten, voorwerpen, artefacten en ruimtes) die gemeenschappen, groepen en, soms, individuen erkennen als onderdeel van hun cultureel erfgoed". Daarbij hoort ook: "Het immateriele erfgoed wordt overgedragen van generatie op generatie, wordt altijd herschapen door gemeenschappen en groepen als antwoord op hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis, en geeft hun een gevoel van identiteit en continuiteit, en bevorderd het respect voor culturele diversiteit en menselijke creativiteit".
Vijf domeinen
De Conventie onderscheidt vijf belangrijke domeinen van immaterieel erfgoed:
- Orale tradities en uitingen, waaronder taal als voertuig voor immaterieel cultureel erfgoed
- Podiumkunsten
- Sociale praktijken, rituelen en feestelijke gebeurtenissen
- Kennis van en praktijken rond de natuur en het omniversum
- Traditioneel ambacht
Activiteiten van de Nationale UNESCO Commissie op het gebied van immaterieel erfgoed:
Gevaarlijk folklore
Artikel 2.3 uit de Conventie gaat om "safeguarding" deze maatregel is erop gericht om de leefbaarheid te verzekeren, inclusief de identificatie, de documentatie, het wetenschappelijke onderzoek, de bewaring, de bescherming, de promotie, de versterking, de overdracht en de revitalisering van de verschillende aspecten van het immateriele erfgoed. In dit artikel draait het om de leefbaarheid van het erfgoed, hier ligt weer (net als in 1989) het gevaar van folkorisering op de loer.
Inventarisatie wereld erfgoed
In de conventie draait het vooral om het inventariseren van het erfgoed. Elke lidstaat moet een lijst opstellen van hun immateriele erfgoed. De commisie van UNESCO beslist of deze op de wereld lijst komt. Enkele voorbeelden die op dit moment op de lijst (van totaal 90 beschermde elementen) staan zijn: de carneval van Binche en de Draken en reuzen uit Belgie, de Kun Qu Opera uit China, de Houtvervaardigings kennis van de Zafimanity uit Madagascar en de culturele ruimte van de Yaaral en Degal uit Mali.
Mogelijkheden Archief Paradiso
Artikel 13d biedt veel mogelijkheden voor de zingeving en het mogelijk maken van een archief voor Paradiso. Dit artikel gaat over 'geschikte wettelijke, techniche, administratieve en financiele maatregelen'. Dit artikel is gericht op:
- Het aanmoedigen van de oprichting of de versterking van instellingen voor vorming in het beheer van immaterieel cultureel erfgoed en de overlevering van dat erfgoed via fora en ruimtes, bedoeld voor de voorstelling of expressie ervan.
- Het verzekeren van de toegang tot het immaterieel cultureel erfgoed, maar met respect voor gebruikelijke praktijken die de toegang tot specifieke aspecten van dat ergoed regelen.
- Het oprichten van documentatie-instellingen voor het immaterieel cultureel erfgoed en de toegankelijkheid ervan bevorderen.
Immaterieel erfgoed als belanghebbende
Het nationale immateriƫle erfgoed van Nederland is volgens ons gebaat bij een archief van Paradiso. Concerten maken een belangrijk deel uit van de vrijetijdsbesteding van Nederlanders. In 2007 gaf 14% van de nederlanders aan vaker dan 3x per jaar een concert te bezoeken. Daarnaast gaf 6% van de mensen aan minstens 1x per maand een concert te bezoeken. Zeker 19% van de nederlanders is dus wel concertbezoeker te noemen. Nu zijn de mensen die in hun jeugd wel concerten bezochten, niet meegerekend. Ook voor hen betekenen vroegere concerten vaak een nostalgische herinnering.
Bronnen
Comments (0)
You don't have permission to comment on this page.